Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [48]van den opgang der zon tot haar ondergang, [49]zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam [50]reukwerk toegebracht worden, en een rein spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de heidenen, zegt de HEERE der heirscharen. 48. Dat is, door de ganse wereld. Zie Deut.32:21, en Ps.113:3. 49. De zin is: Niet alleen in het Joodse land, maar door de ganse wereld, zal men Mij eren en aanroepen; hetwelk ten tijde van Christus, en voorts daarna is volbracht geworden. 50. Dat is, men zal Mij den rechten godsdienst bewijzen; versta, den innerlijke offeranden, die door de ceremonien van het Oude Testament, welke hier genoemd staan, afgebeeld werden. Verg. Zach.14:16,20.